Huismuis (Mus musculus L)

De huismuis heeft een groot aanpassingsvermogen, zijn prima klimmers en kunnen tot wel ca. 30 centimeter hoog springen. Het voornaamste zintuig van de huismuis is zijn reuk. Huismuizen zijn niet schuw en zijn nieuwsgierig naar vreemde voorwerpen. Gemiddeld eten ze ongeveer 3-5 gram voedsel per dag, het liefst eten ze op een rustige beschutte plek. Huismuizen komen vooral voor in gebouwen, onder vloeren, achter wanden, op zolders, in isolatiemateriaal of opgeslagen materialen. Muizen gaan niet ver van hun nest vandaan, hooguit enkele meters. Ze zijn vooral actief in de nacht.

Ziekteverspreiders

Huismuizen kunnen ziektekiemen verspreiden zoals bacteriën, ze bevuilen voedselvoorraden met uitwerpselen en urine. Daarnaast kunnen ze flinke knaagschade veroorzaken aan diverse producten en materialen waaronder ook stroomkabels, voedselvoorraad in de keukenkastjes.

Uiterlijk

Huismuizen zijn slank gebouwd, hebben een slanke bouw, spitse kop, grote oren, kraalogen en een lange dunne staart. Een volwassen muis heeft een lengte van 7-10 centimeter en weegt tussen de 15-30 gram.

Ontwikkeling

De huismuis plant zich het hele jaar voort, dit gaat razend snel als de omstandigheden gunstig zijn. Het vrouwtje kan 5 tot 10 keer per jaar jongen werpen met 3-12 jongen per worp. Die worden kaal, doof en blind geboren. De vrouwtjes zijn na een week of 6-12 al geslachtsrijp. De draagtijd is 19-21 dagen.

Wering

Huismuizen kunnen door hele kleine openingen heen komen, 0.5 cm.

• Maak ventilatie openingen groter dan 0.5 cm dicht of plaats hier fijn gaas voor.
• Plaats bijenbekjes in de spouwmuur ventilatie openingen.
• Dicht gaten, scheuren, kieren in muren en vloeren.
• Ruim geknoeid voedsel op.
• Houd afvalplaatsen goed opgeruimd.
• Langdurig opgeslagen voedsel, goederen, vrij van de muren en de grond houden (bijv. in stellingen).

Heeft u overlast van muizen, neem dan contact op om een afspraak te maken. Wij helpen u dan van de overlast af.